Er zijn zo van die films, toneelstukken, boeken, liedjes... waarmee het liefde op het eerste gezicht is. Je leest of bekijkt of beluistert ze niet één keer, maar nog eens, en nog eens, en nog eens. Toen ik een tijdje geleden "En ze leven nog!" van Sebastien Dewaele zag (de oorspronkelijke titel van het stuk ga ik hier lekker niet verklappen), was dat zo'n "coup de foudre". Dit was Monthy Python op z'n Vlaams, de sprookjeswereld op zijn kop, een parodie met o zo herkenbare toestanden en personages, en met absurde en surrealistische en gewoon dwaze grappen à volonté.
"Dit stuk wil ik ooit nog eens regisseren," verzuchtte ik toen... en zie, een tijdje later werd mijn stille wens al verhoord door, wellicht, de EFBO (Eerste Fee Bij Ongevallen). Tijdens een heerlijke tweedaagse eind augustus, in de tuin van Philippe, bleek al meteen dat de EFBO ook voor een ploeg Jong-Motoeners had gezorgd, die mij nog lang zal heugen. Een bonte bende van zangers en zangeressen, rappers en rapperessen, muzikanten en ook "gewone" toneelspelers (m/v) improviseerden er lustig op los... energiek, enthousiast, geweldig, oorverdovend... Hun idiote invallen, hun gekke bekken, hun al dan niet verborgen talenten werden zo veel mogelijk in het stuk geïntegreerd, wat één en ander werkelijk tot een avontuur maakte, een ware ontdekkingsreis à la Indiana Jones (in sprookjesland, alweer).
Gisteren een heerlijke generale gehad - gelukkig geloof ik niet in het bijgeloof dat een slechte generale een goeie première betekent, en omgekeerd. Eigenlijk ben ik nog altijd een beetje duizelig. Dat komt ervan als je, met al die Jong-Motoense kolder in de kop, op een theatrale roetsjbaan hebt gezeten, en uiteindelijk ademloos bent achtergebleven, stamelend van: "En we leven nog..."
Reacties